header image
 

Windsurfen

Sinds Stephan van de Berg de gouden medaille won op het onderdeel windsurfen op de Olympische Spelen van Los Angeles in 1984, is windsurfen in Nederland mateloos populair geworden en gebleven. Het windsurfen heeft er de laatste 10 jaar wel een populair neefje bijgekregen: kitesurfen! Maar ondanks dat ziet het op zomerse dagen nog steeds zwart van de windsurfers op de Nederlandse wateren.

 

Windsurfen Egmond aan Zee

 

Als je in Nederland wilt gaan windsurfen zijn er grofweg drie opties: op meer(tjes), rivier(mondingen) en … op zee! Nederland telt twee zeeën waar je kunt gaan windsurfen: de Noordzee en de Waddenzee. Windsurfen op zee is uiteraard het meest spectaculair. Op zee zijn er mogelijkheden om te golfrijden én om hele hoge sprongen te maken. De zee is bovendien ook altijd anders, dan is ze zo glad als een spiegel en dan zijn er hoge golven waar te nemen.

Als je aan doorgewinterde windsurfers vraagt waar zij het liefst willen varen, zullen zij in koor Wijk aan Zee en Scheveningen roepen. Deze twee Noord-Hollandse kustplaatsjes zijn de absolute vaderlandse toplocaties voor de windsurfsport. Echter ook de kust voor Egmond aan Zee is een uitermate geschikt om te gaan windsurfen.

Verschillende factoren

Het windsurfen op zee is echter alleen maar voorbehouden aan mensen met ervaring. Er zijn namelijk verschillende factoren waar je rekening mee moet houden zoals wind, golven, zandbanken, stroming en de branding.

Uiteraard is wind een voorwaarde om te kunnen windsurfen. Het is van groot belang om de windkracht te kunnen inschatten op het moment dat je een zeilkeuze maakt. Als je een te klein zeil op de plank plaatst wordt het geen windsurfen, maar dobberen op het water. Een te groot zeil is ook geen goede keuze. Vanaf dat moment vlieg je ongecontroleerd over de golven heen waarbij je bovendien een kilometerslange wandeling riskeert over het strand en duinen heen, om weer terug te geraken op het punt waar je bent gestart.

Ook de windrichting is van groot belang. Het beste kan de wind evenwijdig aan de vloedlijn blazen, de zogenaamde sideshore windrichting. Op deze manier surf je namelijk recht de zee in, over de brekende golven.

Als je op de Noordzee gaat windsurfen heb je uiteraard ook te maken met de golfen. De wind staat aan de basis van de geboorte van golven. Ergens op zee wordt er door de wind een rimpel in het water geblazen. Doordat er dan steeds meer wind vat op de rimpel gaat krijgen, groeit de golf meer en meer en wordt derhalve steeds groter.

Tijdens de route van de golven richting het strand, komen de golven zandbanken tegen. Zandbanken liggen vrijwel overal vóor de Nederlandse kust. Op ongeveer  1 kilometer voor de kust ligt de 3de zandbank, daar breken de hoogste golven. De 2de zandbank ligt wat korter bij de kust, daar worden de golven weer wat verder gebroken. Vervolgens krijgen de golven te maken met de 1ste zandbank, waar ze weer wat verder worden gebroken. De golfjes die dat nog overleven worden uiteindelijk gebroken op het strand.